Vanwaar de naam? 

Toen mij moeder nog leefde was ze een beetje verzot op de peren van een oude perenboom op het ouderlijk erf van mijn vader. Diezelfde perensoort stond vroeger op veel boerderijen rond de waterput.

De peer had de bedenkelijke eigenschap van keihard te zijn, moeilijk te schillen en maximum 2 maanden te bewaren.

Maar na een nachtje in een pot met wat suiker en de dag erna heel zachtjes gestoofd kreeg je een mooie zachte maar tegelijk nog beetvaste gestoofde peer. 

Etymologisch zal het wel niet juist zijn maar de gestoofde peren waren zo zacht als smout en in het dialect waren die peren dan ook 'smouters'.

Die naam alleen al doet mij glimlachen en mijmeren over mijn moeder die de smouters bijna als een wonder van de natuur beschouwde.